Harm-Jan Idema, APPM: slim laden zal net zo makkelijk worden als pinnen

3 september 2020

We zitten dicht bij het tipping point, waarop elektrisch rijden goedkoper wordt dan fossiel, denkt Harm-Jan Idema, verantwoordelijk voor het werkveld emissievrije mobiliteit bij consultancybureau APPM. Duurzame mobiliteit kan een sleutelrol vervullen in de energietransitie, vindt hij. Dan moeten energieleveranciers, netbeheerders en de mobiliteitssector elkaar wel meer weten te vinden. Daar gaat Idema een steentje aan bijdragen, als bestuurslid van de NVDE en voorzitter van de werkgroep mobiliteit. “Hoe gaaf zou het zijn als er een Deltaplan komt voor de energietransitie, met net zo’n urgentie als er nu is voor coronamaatregelen?”

Waarom vindt u de energietransitie belangrijk?
“Verduurzaming en schone lucht spreken iedereen aan en mij ook. Je merkt het in dagelijkse dingen die heel wezenlijk zijn. Het is zo’n verschil of er een dieselauto langsrijdt of een elektrische. En wat ik persoonlijk ook heel tof vindt aan de energietransitie is de innovatie. Ik vind het leuk om te werken aan issues waar de oplossing nog niet bekend is. Steeds zijn er meerdere partijen nodig. Energieleveranciers en autofabrikanten kennen elkaar bijvoorbeeld nog helemaal niet, maar ze hebben elkaar wel nodig om elektrisch rijden te laten groeien. Alleen in samenwerking kunnen we oplossingen creëren met draagvlak bij mensen en bedrijven. Daar houd ik van.”

Waarom bent u bestuurslid bij de NVDE geworden?
“Je kunt aan de zijlijn blijven staan en afwachten. Dan ben je reactief. Ik pak liever de handschoen op en draag bij aan nieuwe initiatieven. Ik zat eerder al in het bestuur van branchevereniging DOET. Ook nu bij de NVDE hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het samenbrengen van partijen.”

Wat heeft u met elektrisch rijden?
“Mobiliteit is de kern van mijn netwerk en kennis. Tien jaar geleden was ik al bezig met elektrisch vervoer. Toen was het nog heel pril. Er waren zo ongeveer drie laadpalen en vijf auto’s, zonder standaardisatie. Je werd letterlijk uitgelachen. Die eerste generaties elektrische auto’s leken ook wel een soort botsauto’s. Maar ik vond het wel een toffe innovatieve techniek en ik had het onderbuikgevoel dat het potentieel had. Gaandeweg kwamen er elektrische taxi’s op Schiphol, ontstond er laadinfrastructuur en werden er beleidskeuzes gemaakt. Kennis over elektrisch rijden is vaak een springplank naar APPM’s internationale activiteiten. Zo zijn we onder andere dankzij dit thema inmiddels gevestigd in België, Duitsland en California.”

Wat is uw visie op duurzame mobiliteit?
“Het is belangrijk dat steden zo worden ingericht dat lopen, fietsen en e-bikes aantrekkelijker worden. En voor de langere afstanden zou openbaar vervoer het aangewezen middel moeten zijn. In Nederland hebben we daar al veel slagen op gemaakt, bijvoorbeeld met goede intercityverbindingen en kantoren in de stationsomgeving. Daarin onderscheidt ons land zich echt van andere landen dieautominded zijn. Daarnaast blijft er natuurlijk een behoefte aan individuele mobiliteit, voor mensen waar OV geen optie voor is of voor een dagje strand en bos. Verduurzaming van de automobiliteit is dan ook nodig. Eigenlijk is er geen excuus meer voor niet-elektrisch rijden. Technisch kan het. Voor een groep particulieren moet het nog financieel aantrekkelijker worden.”

Wat vindt u ervan dat de subsidie voor elektrische auto’s zo snel was uitgeput?
“We moeten het koesteren dat er kennelijk een flinke groep is die elektrisch wil rijden. In Nederland is vijftig procent van de nieuw verkochte auto’s voor de zakelijke markt. Door de leaseregelingen die elektrisch rijden stimuleren, ontstaat een tweedehandsmarkt. Daardoor wordt het ook voor particulieren makkelijker om een elektrische auto te kopen. En autodelen en private lease komen op. De kosten om een accu te produceren en de onzekerheid over zijn levensduur vormen bottlenecks in de transitie. Ik zie mogelijkheden om de financiering van accu’s anders te organiseren. Alle accu’s van elektrische auto’s vormen samen het equivalent van een elektriciteitscentrale. Er zijn investeringskansen voor fondsen om accu’s te financieren. Van de Bron en Jedlix laten in hun diensten en projecten al zien hoe je accus via slim laden daarvoor kan inzetten.. Daar zit muziek in.”

Wat wilt u voor elkaar krijgen als voorzitter van de commissie mobiliteit en bestuurslid van de NVDE?
“De agendering van emissieloos rijden is prioriteit nummer één. Elektrisch rijden is daarin stappen vooruit en op dit moment de aangewezen techniek voor verduurzaming. Met interventies kan emissieloos vervoer veel sneller groeien dan nu. De scherpte van de maatregelen is nu behoudend. Andere landen zijn ons aan het inhalen, wellicht mede door corona. Duitsland gaat 50 miljard euro besteden aan het stimuleren van duurzame mobiliteit. Dat is ongekend. Juist elektrisch vervoer biedt in Nederland kans om ons duurzaam uit de crisis te investeren. Snelle groei van het aantal elektrische auto’s zorgt voor een keten van investerende bedrijven. Dat leidt tot innovatie, werkgelegenheid en internationale groei. Zeker op het gebied van laadinfrastructuur.
Ik vind het belangrijk dat er meer integratie komt tussen mobiliteit en andere sectoren. De Regionale Energiestrategieën (RES) besteden nu bijvoorbeeld nog nauwelijks aandacht aan mobiliteit. De NVDE werkt nu aan een handreiking voor de regio’s. Het zou geweldig zijn om partijen bij elkaar te brengen hierop. We kunnen het denken in sectoren doorbreken.
De combinatie van de opwekking van duurzame stroom en het gebruik ervan in auto’s staat nu nog onvoldoende op het netvlies. Terwijl mobiliteit als integraal onderdeel van het duurzame energiesysteem een prachtrol kan vervullen. Het is sterk dat de NVDE zelf zo breed is. Er zijn niet veel partijen die dit zouden kunnen.”

Wat gaat er de komende jaren gebeuren in de duurzame mobiliteit?
“Er komt een point of no return, waarop elektrisch rijden aantrekkelijker wordt dan fossiel. In personenvervoer zijn we daar al bijna. Ik schat dat er nog drie tot vijf jaar nodig is om elektrisch rijden actief te stimuleren en de randvoorwaarden op orde te krijgen. Voor goederenvervoer hangt het af van de financiële kaders, wanneer het ‘tipping point’ komt, waarop de elektrische truck gunstiger is dan de diesel. Daarna willen bedrijven niet meer anders. Zo werkte het bij de kleurentelevisie en de iPhone. Ik zie geen reden dat dat bij elektrisch rijden anders zal zijn.
Ik voorzie ook dat het verdienpotentieel van bedrijven in de duurzame mobiliteit fors gaat groeien. We hebben in Nederland flink geïnvesteerd in laadnetwerk, protocollen en standaarden de afgelopen jaren. Van origine Nederlandse bedrijven, zoals EV-Box, New Motion en GreenFlux, gaan de hele wereld over. Laten we zorgen dat zij ons land blijven gebruiken als innovatieland.”

Wat is de belofte van slim laden?
“Slim laden kan ervoor zorgen dat er geen miljarden kostende netverzwaring nodig is als iedereen elektrisch gaat rijden. We gaan de duurzame energie gebruiken als die er is: als het waait en de zon schijnt. Vraag en aanbod zullen bij elkaar komen. Er zijn nu pilots waaruit blijkt dat slim laden technisch kan. Dat is ook het resultaat van investeringen in systemen in de afgelopen jaren. De uitdaging is opschaling. Pilots voor slim laden zijn nu nog gebonden aan een project, een markt is er nog niet.  Als we slim laden nationaal gaan opschalen, moet het overal kunnen. Net zoals je met een pinpas overal kunt pinnen. Nu moet je nog een andere app downloaden bij die ene laadpaal en is er onduidelijkheid over de prijs. Dan doe je het niet. We moeten er naartoe dat je overal je auto kunt laden op duurzame energie. En dan laadt hij als de stroom goedkoop is. Dan krijgt het waarde. Daarvoor moeten marktmodellen nog veranderen. Wat is daarin de rol van de netbeheerder en van de leverancier? Het is bijvoorbeeld nog zoeken naar in hoeverre netbeheerders mogen ingrijpen om congestie te voorkomen. De urgentie is nog te klein, omdat er nu nog zo weinig elektrische auto’s zijn dat ze geen netproblemen veroorzaken. Binnen vijf jaar zal de urgentie om tot een doorbraak te komen, wel gevoeld worden. We gaan ervoor om met alle partijen tot consensus te komen.”

Wat doet de coronacrisis met de duurzame mobiliteit?
“Corona geeft veel onzekerheid, waar met name kleinere bedrijven onder lijden. Van processen zoals de RESsen en de Nationale Agenda Laadinfrastructuur zijn al vóór corona de contouren en budgetten vastgelegd. Ik zie dat daar geen rem op de plannen. Er wordt flink aan de weg getimmerd. Er zijn bijvoorbeeld geen aanbestedingen voor laadinfrastructuur weer teruggetrokken. Het wordt wel spannend als het langer gaat duren en de financiën van gemeenten onder druk komen te staan. Gemeenten zijn wel terughoudender met het instellen van zero emissie zones in binnensteden, omdat winkeliers en horeca al hard getroffen worden door corona. Daar is onzekerheid over. En natuurlijk zie je dat thuiswerken een vlucht heeft genomen. Dit brengt ook creativiteit en kan voor versnelling zorgen! Laten we de schaarste die ontstaat en de vernieuwende samenwerking benutten. Ook de daadkracht van de overheid in coronatijd was inspirerend. Die zagen we eerder al op het stikstofdossier. De overheid durft echt keuzes te maken. In Duitsland zijn de investeringen nu echt toekomstgericht: ze gaan daar investeren in plaats van bezuinigen, zoals in de vorige crisis. Hoe gaaf zou het zijn als er een Deltaplan komt voor de energietransitie, met net zo’n urgentie en draagvlak als er nu gevoeld wordt voor coronamaatregelen? Dat zou onwijs veel opleveren.”

Hoe duurzaam woont en reist u zelf?
“Ik heb een woning zonder gasaansluiting, met een warmtepomp voor warm water en een collectieve WKO-voorziening voor warmte. Het is een mini-warmtenet voor 35 woningen. Natuurlijk rijd ik elektrisch. Waar het kan reis ik met de trein, vooral als ik naar binnensteden wil. Ik ben trots op mijn houten fiets, een Bough Bike. En natuurlijk remote werken, internationaal was dat al aan de orde van de dag. Dankzij corona gaan we naar een thuiswerken 3.0 met nog bewustere keuzes voor onze mobiliteit.”


Misschien ook interessant