Dinsdagavond heeft de Tweede Kamer haar eerste termijn in de behandeling van de Wet collectieve warmte (Wcw) afgerond. Na het inleidende wetgevingsoverleg van eind mei en de val van het kabinet besloot de Tweede Kamer de langverwachte wet niet controversieel te verklaren. Inmiddels zijn er zo’n 25 amendementen op het wetsvoorstel ingediend, die de kern overigens grotendeels in tact laten: gemeenten gaan kavels vaststellen waarop door hen aan te wijzen warmtebedrijven (met een publiek meerderheidsbelang) of warmtegemeenschappen actief worden. Pas bij de discussie over de nieuwe warmtetarieven, die gebaseerd worden op de reële kostprijs, wordt bepaald hoe de betaalbaarheid gegarandeerd wordt. De wet stelt ook duurzaamheidseisen.

De discussie dinsdagavond ging vooral over een eventuele verlenging van de overgangsperiode waarin private bedrijven nog actief mogen zijn met een meerderheidsbelang. Ook werd de vraag opgeworpen of de positie van warmtegemeenschappen goed genoeg geborgd is en probeerde de Kamer meer grip te krijgen op garanties rond betaalbaarheid. Het ziet er nog steeds naar uit dat de wet op een meerderheid mag rekenen.

Op 19 juni reageert de minister op de eerste termijn van de Kamer en geeft ze een appreciatie van de nieuwe en gewijzigde amendementen. Ook vindt dan de tweede termijn van Kamer en regering plaats. Nog voor het zomerreces wordt er gestemd over de wet en de amendementen, die hier na te lezen zijn.

De NVDE maakte eerder een podcast over de het warmtenet in de Rotterdamse wijk Bospolder-Tussendijken en een aflevering over het warmtenet in Heerlen, dat gebruikmaakt van het uitgestrekte gangenstelsel dat de vroegere mijnbouw heeft achtergelaten onder de stad.