De Big Five van de energietransitie

18 mei 2017

Alle seinen staan op groen om een historische stap in de energietransitie te zetten. Wekelijks verschijnen er oproepen van bedrijven, wetenschappers, NGO’s en lokale bestuurders voor ambitieus klimaatbeleid en een ‘felgroene regering’ (Maxime Verhagen).

Iedereen houdt tegenwoordig van duurzame energie en dat is niet zo gek: ‘oranje-groene’ energie maakt ons onafhankelijk van geopolitieke strijd en dubieuze regimes; het is een bron van economische kansen en innovaties; het is een banenmachine van jewelste; en het is cruciaal in het tegengaan van klimaatverandering en voor schonere lucht.

Ingeslenterd
Kan Greenpeace z’n spandoeken dan in het archief leggen? En kan de jonge NVDE al weer met pensioen? Allerminst, want de praktijk is weerbarstig. Ondanks de positieve sfeer steeg de CO2-uitstoot in Nederland vorig jaar met 0,4%. Nieuwe auto’s waren 10% vervuilender dan een jaar daarvoor. En de hoeveelheid duurzame energie zit rond de 6%. Nederland is de energietransitie ingeslenterd en moet nu gaan sprinten: we hebben nog 1 generatie om de resterende 94% van onze energie duurzaam te krijgen. Mooie woorden zijn belangrijk maar dit lukt alleen met mooie daden.

“Voor politici die door de bomen het bos niet meer zien, is het goed om te weten wat echt verschil maakt. En dan valt het ook wel weer mee”

De energietransitie is complex en er zijn genoeg rapporten en adviezen verschenen om een biomassacentrale een dagje op te laten draaien. Voor politici die door de bomen het bos niet meer zien, is het goed om te weten wat echt verschil maakt. En dan valt het ook wel weer mee. Dit is de ‘Big Five’ voor een succesvolle energietransitie:

1. Geen goede bedoelingen maar goede doelen
Leg wettelijk vast wat je wilt bereiken: zeker 95% minder CO2 en 100% duurzame energie in 2050 – met tussenliggende doelen die ons dwingen om daar te komen, inclusief doelen voor energiebesparing. Met een klimaatwet en duidelijkheid voor de lange termijn weten mensen, bedrijven en overheden waar ze aan toe zijn. Dat geeft zekerheid voor investeringen en leidt tot lagere kosten. Stel geen technieken centraal want we hebben voorlopig alle duurzame technieken nodig: windmolens op land en zee, zon, biomassa, warmtepompen, geothermie etc.

2. Vergroen de belastingen
We belasten nu teveel wat we willen bevorderen, zoals werk, en belasten te weinig wat we willen voorkomen, zoals CO2-uitstoot. Laat de vervuiler betalen met een CO2-belasting – en verlaag de inkomstenbelasting met oog voor koopkracht en de concurrentiepositie van bedrijven. Zo kan schone energie en energiebesparing zonder subsidie winnen van fossiele energie. Omdat de energietransitie zeer arbeidsintensief is, snijdt het mes aan twee kanten: lagere inkomstenbelasting maakt het makkelijk om mensen aan te nemen en de energietransitie letterlijk handen en voeten te geven.

3. Schrik niet terug voor bindende normen
We zijn er allemaal aan gewend om een autogordel te dragen. Niemand mist de vrijheid om zelf te beslissen of je links of rechts rijdt. Zo went ook het verbod op de gloeilamp en op gratis plastic tasjes. Europese normen maken bijvoorbeeld onze TV’s en koelkasten bijna ongemerkt energiezuiniger. Het is ook verstandig om vast te leggen dat woningen, kantoren en overheidsgebouwen op termijn minimaal label A hebben. Nieuwe wijken krijgen geen aardgas meer, bestaande wijken gaan er gefaseerd van af. Met de twee oudere kolencentrales maken we afspraken over sluiting of ombouw en de drie nieuwe mogen niet meer uitstoten dan moderne gascentrales. Bedrijven moeten alle maatregelen nemen die zich binnen vijf jaar terug verdienen. En nieuwe auto’s mogen vanaf 2025 geen vervuiling meer veroorzaken.

4. Massa is kassa
De eerste DVD-spelers kostten honderden euro’s, tegenwoordig kosten ze nog maar een paar tientjes. Zo gaat het met vrijwel alle producten wanneer de vraag stijgt. Bijvoorbeeld zonnepanelen en de batterijen van elektrische auto’s worden razendsnel beter en goedkoper. Alle voorgaande voorstellen helpen om die massa te maken – en dus de kosten te verlagen. Daarnaast kunnen overheden en bedrijven hun inkoopmacht nog meer benutten door duurzaam in te kopen. Grootschalige vergunningen helpen zeer om onbedoelde bureaucratie en versnippering te voorkomen. Bij wind op zee heeft de overheid kant en klare vergunningen getenderd voor forse parken. De kosten zijn in enkele jaren ruimschoots gehalveerd, miljarden euro’s subsidie blijven over. In Noord-Brabant en Limburg komen er 1.250 elektrische laadpalen zonder dat de beschikbare subsidie is gebruikt. En Rotterdam wil enkele hectares beschikbaar stellen voor zonneparken. Zo stappen we over van ‘project zoekt vergunning’ naar ‘vergunning zoekt project’ om schaal te maken en kosten te verlagen.

5. Subsidieer de transitiefase
Idealiter is de energietransitie subsidie-vrij. Wanneer de energieprijzen nog even hoog waren als in 2008 konden veel duurzame energieprojecten nu al zonder subsidie. Duurzame energie is dus al veel goedkoper geworden en die daling is nog lang niet ten einde. Nederland heeft sinds het energieakkoord een zeer goed subsidiesysteem voor duurzame energie dat zowel groei van duurzame energie als lagere kosten realiseert. Zet die winnende formule dus voort zolang het nodig is.

Met deze Big Five kan de nieuwe regering samen met burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en lokale overheden zorgen voor een energievoorziening om trots op te zijn.

Olof van der Gaag – Directeur NVDE

In aanloop naar en tijdens de serie over de energietransitie, delen de sprekers van NRC Live iedere week één of meerdere (opinie)stukken. Olof van der Gaag spreekt op het slotdebat op 20 juni in de serie over de energietransitie.


Misschien ook interessant