Nancy Kabalt, voorzitter Formule E-team: liefst zo veel mogelijk nieuwe auto’s elektrisch

2 april 2020

De bestrijding van het coronavirus moet topprioriteit krijgen, vindt Nancy Kabalt, de nieuwe voorzitter van het Formule E-team. Tegelijk wil ze ook nu blijven gaan voor duurzame mobiliteit en energie. “Ook nu draait de economie door, zij het op halve kracht. En als we straks weer door kunnen, dan wel graag richting een duurzame economie.” Kabalt is voorzitter van het Formule E-team, een breed adviesorgaan van het ministerie van I&W over elektrisch rijden. Ze wil er met dit team voor zorgen dat minstens 65 procent van de nieuw verkochte auto’s in 2030 elektrisch zijn. “En liever nog meer. We zitten nu in de periode van uitvoeren en aanpakken.”

Wat is uw drijfveer om u met duurzame mobiliteit en energie bezig te houden?
‘Dat doe ik al een hele tijd. Ik ben mijn loopbaan begonnen in de fietsen, dat is ook duurzame mobiliteit. Er waren toen nog geen elektrische modellen dus alles was op beenkracht. In 1999 ben ik gestart bij Nuon en daarna ben ik nooit meer de energiesector uit geweest. Toen al speelde de vraag of we huizen wel moeten verwarmen met gas en hoe autorijden in de toekomst eruit zou gaan zien. Elektrische auto’s waren toen nog gekke karretjes. De eerste Tesla was een soort cart, Natuur&Milieu had een conceptcar ontwikkeld en Nuon had de Nuna. Daar zag je je als consument niet in rijden. De latere Tesla’s hebben dat enorm veranderd. Toen ik in 2004 overstapte naar de voorloper van Alliander was wel al duidelijk dat elektrisch vervoer de nieuwe realiteit zou worden. “Jeetje, wat gaat dat van de infrastructuur vragen?” vroegen we ons af. Daarom is ElaadNL opgericht, waar ik vicevoorzitter van werd. Laadinfrastructuur en elektrische auto’s waren een kip ei ding. Er konden geen auto’s komen zonder laadpalen. Ik heb in die periode zelfs nog de eerste publieke laadpaal geopend samen met Ruud Lubbers. Die periode van nadenken en uitzoeken is echt voorbij; we zitten nu in de periode van uitvoeren en doorpakken.’

Waarom bent u voorzitter van het Formule E-team geworden?
‘Toen dit langskwam, leek het mij meteen leuk, want elektrische mobiliteit zit nu in zo’n andere fase! Dit is een mooie manier om de cirkel te sluiten. Het kabinet heeft de belangrijkste eieren gelegd. We gaan zo veel mogelijk elektrisch rijden met zijn allen. Honderd procent elektrische nieuwverkopen in 2030 is het doel. Het Klimaatakkoord doet een enorme duit in het zakje om emissievrij te gaan rijden. Met alle partijen, van allerlei pluimage en met verschillende belangen wordt er samengewerkt. We zitten nu in een fase waarin we niet meer alleen filosoferen, maar ook in actie komen. Dat is spannend, we zitten echt in de transitie. Er zijn gevestigde belangen en het is best een moeilijk speelveld. Dat vind ik leuk! Ook omdat we een ambitieuze minister hebben en een ambitieus kabinet.
Het Formule E-team committeerde zich al eerder aan minimaal 65 procent elektrische nieuwverkoop in 2030. Het zogenaamde motorblok (ANWB, BOVAG, RAI Vereniging) klinkt ouderwets, maar dat zijn ze niet. Ook zij zijn believers; ze willen piketpalen verzetten. Mijn doel is om er op zijn minst die 65 procent uit te persen en liever nog wil ik zo snel mogelijk zorgen dat er nog meer zero-emissie auto’s verkocht worden. Dat is nog niet zo makkelijk als het klinkt. Maar als twee derde van alle nieuwverkoop zero-emissie is, dan ben je over the hill. Dan heb je de transitie te pakken.’

Wat vindt u belangrijk in de communicatie naar een breed publiek vanuit het Formule E-team?
‘We gaan partijen faciliteren, zodat ze nog beter kunnen uitleggen waarom elektrisch rijden een goed idee is. Elke transitie kent zijn eigen weerstand. Dat geldt ook voor autorijders. Er is een Volkswagencommercial die mythes ontkracht. Er zijn mythbusters waarmee je kunt checken hoe ver je komt met 10 euro elektrisch en met 10 euro benzine. Er zit ook emotie op vervoer. Sommigen zeggen dat ze het geluid van een benzinemotor zo lekker vinden. Het is een taak van het Formule E-team om zin en onzin van elektrisch vervoer te communiceren. Ik ben met twee Tesla’s op wintersport geweest. Ja, dat is omdat we zeven kinderen bij ons hadden. Je hoort verhalen over laadfiles, maar die kloppen niet. Eén keer was het druk, maar toen bleek er 18 km verder nog een snellader te zijn waar niemand was. En verhalen over accu’s die in brand vliegen, gaan over een niet-goedgekeurd systeem in een heel oud model. Dat soort negativiteit moeten we ontkrachten. Zonder dat je alleen de pro-kant laat zien. Banden van elektrische auto’s slijten sneller, dat is waar. We gaan niet doen alsof dat niet zo is.’

Wat is uw visie op de toekomst van duurzame mobiliteit?
‘Ik geloof dat batterij-elektrisch rijden de weg voorwaarts is voor het vervoeren van personen. In het geval van zwaar transport is een batterij minder geschikt omdat het veel gewicht toevoegt aan het voertuig. Vrachtauto’s moeten producten vervoeren, geen batterijen. Waterstof-elektrisch rijden zou een goede oplossing kunnen bieden om ook zwaar transport zero emissie te maken. Het zou ook een alternatief kunnen worden voor 24 uurs-voertuigen, vuilniswagens en trekkers. Waterstof moet wel gemaakt worden, met een duurzame energiebron. Ik lees zoveel onzin over waterstof. De Olympische spelen in Japan zouden waterstof gaan gebruiken dat gemaakt wordt met behulp van steenkolen uit Australië. Dat slaat echt nergens op. Als iemand nu waterstof zegt, dan denk ik: “daar komt ie weer, een verlangen naar de nieuwe heilige graal, die niet bestaat”. Wat betreft minder rijden vind ik dat er meer weloverwogen moet worden gekozen tussen openbaar vervoer en persoonlijk vervoer.’

Hoe kunnen we met alle partners vormgeven aan het pakket maatregelen in het Klimaatakkoord over mobiliteit?
‘Het is belangrijk dat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid neemt daar waar hij is genoemd in het klimaatakkoord. De fiscaliteit kan als hefboom werken en kan het succes van elektrisch rijden maken of breken. Nu gaat het bijvoorbeeld over ‘Anders Betalen voor Mobiliteit’. Er komt nu 8 miljard aan inkomsten voor de overheid uit de automobiliteit. Dat kun je met visie, vanuit de kabinetsdoelstellingen, omzetten. Dit zie je al bij de invloed van de bijtelling op de zakelijke rijder. De Nederlander is een berekenende consument. Als je die kans nu niet pakt, is dat zonde. In een internetconsultatie kwam naar voren dat een aankoopsubsidie bijdraagt om de consument te verleiden. Voor nu is het financiële verschil tussen een elektrische- en benzineauto ongeveer 8000 euro, je zou hierbij kunnen denken aan de helft voor de overheid en de andere helft voor de consument. Als je kijkt naar total cost of ownership (TCO) doet de elektrische auto het al heel erg goed.
Ik was pas bij een taxibedrijf op Schiphol. Daar reden ze vroeger 300.000 km met een Mercedes. Nu gaan ze met Tesla’s al voorbij de 900.000 km en dan is de accu nóg goed. Dus je hebt bijna drie benzineauto’s nodig voor één elektrische.’

Welke rol zou de NVDE vooral moeten pakken om de energietransitie te versnellen?
‘De NVDE zit op dezelfde werkvloer als TKI Urban Energy, waar ik bestuurslid ben, dus ik ken de NVDE. Ik weet dat Tesla bij de NVDE is aangesloten samen met een mooie pool aan andere bedrijven. Soms is het wat lastig omdat het zo breed is, maar volgens mij is het verbindende thema de omzetting naar duurzame energie. Als je daaraan bijdraagt, dan pas je erin. Wat de NVDE goed doet en wat ik Olof van der Gaag zie doen, is bij de feiten blijven. Telkens weer de realiteit belichten en het gebrek aan voortgang benoemen. Een stevige bijdrage van de NVDE is ook binnen het Formule E-team nuttig.’

Ziet u bottlenecks in de financiering van projecten binnen de energietransitie?
‘Als ik nu kijk naar mijn rol als bestuurder van TKI Urban Energy, dan zijn we te weinig bezig met de bedoeling en teveel met de structuur en de governance. Dat horen randzaken te zijn, vind ik. Klimaatakkoord, tafels, topsectoren, MMIP’s, en hoe verhoudt alles zich tot elkaar. Er zijn uitstekende financiële middelen die bijdragen aan innovaties. Het TKI-bestuur van een jaar geleden ging er anders aan toe. Toen ging het over hoeveel programmalijnen er waren overtekend door de markt, over nog betere geluidarmere warmtepompen en het rendement van zonnepanelen dat steeds beter werd.  Ik hoop dat we het daar snel weer over kunnen hebben.’

U kent de netbeheerders van binnenuit: hoe moeten zij in staat gesteld worden om snel genoeg mee te bewegen met de transitie?
‘De politiek is vooral bezig met wat ze allemaal niet mogen. Dat vind ik zelfs nu ik geen netbeheerder meer ben. De essentie van de oplossing zit in hen wat ruimte geven. Geef ze wat lucht! Het zijn maatschappelijke bedrijven en ze hebben geen enkel ander doel dan de maatschappij zo goed mogelijk bedienen. Daarnaast zijn ze in publieke handen en spelen zij een cruciale rol in de hele transitie. Momenteel vind ik echt dat netbeheerders vaak met de handen op de rug vast gebonden zitten, wat natuurlijk enorm zonde is. Ook nu ik er niet meer werk. Geef je het vertrouwen om te doen wat nodig is in de energietransitie!’

Iedereen roept dat accu’s van auto’s kunnen helpen bij het stabiliseren van aanbod en vraag, maar hoe versnellen we dat en schalen we het op?
‘Goede vraag. Er komen steeds meer chargepleinen waardoor je dat makkelijker kunt doen. Je zult hiervoor consortia moeten maken met netbeheerders, IT partijen en bewoners. Als een bewoner om vier uur weer wil gaan rijden moet er zoveel energie zijn opgeladen dat dat kan. Technisch is alles al mogelijk alleen de gedragscomponent van mensen is een lastig punt. Ga het eens doen, maak het leuk. Hiervoor zijn al veel initiatieven, en dat werkt. Maar we  kunnen ook  starten bij bedrijven. Grote consultancy firma’s hebben een infrastructureel probleem met het laden in hun garages. Een auto verplaatst niet meer, als hij opgeladen is. Maar degene die later op kantoor is, moet ook kunnen laden. Ze kwamen niet verder dan valet parking: iemand die de auto’s verzet. Daar moet je iets slims voor kunnen bedenken. Er zijn al oplossingen in de maak, maar het is nog rijp en groen door elkaar; het zijn nog losse puzzelstukjes.’

U bent ook bestuurslid van TKI UE. Wat is de innovatie waar u met smart op zit te wachten?
‘Vaak gaat het erover dat zonnepanelen steeds beter worden, terwijl de echte vraag is hoe zorgen we dat het geen panelen meer zijn. Vanaf wanneer zitten ze verwerkt in ramen, daken en meer? Hetzelfde geldt deels voor warmtepompen wanneer ze geluidsarmer worden en daarmee breder inzetbaar. Alle ingrediënten zijn er al, alleen kunnen we er nog geen goede soep van maken. Verder zijn ook sociale innovaties nodig waar consumenten op zitten te wachten om bestaande wijken van het gas af te halen.’

Hoe woont en reist u zelf?
‘Ik rij zelf al geruime tijd in een Tesla en ben nog steeds enorm enthousiast. Ik hoef nooit meer te tanken wat voor mij persoonlijk een pluspunt is want ik reed altijd de auto leeg tot op de laatste druppel. En daarnaast haal je geen snoep meer bij het pompstation, wat natuurlijk ook scheelt. Verder woon ik in een rijksmonument, wat het wel lastiger maakt om te verduurzamen. We hebben al veel geprobeerd, alleen wordt lang niet alles toegestaan. We moeten bijvoorbeeld het oude enkele glas behouden. Ook hiervoor komt vast een oplossing, want als men straks alleen de oude binnensteden nog via gas moeten verwarmen dan wordt dat heel prijzig. Om die reden hebben wij besloten over te stappen naar een nieuw huis aan de overkant van de straat. Qua comfort, duurzaamheid en kosten wordt het straks een enorme vooruitgang!’


Misschien ook interessant