KEV laat zien hoeveel er gebeurt én hoeveel meer er nodig is voor klimaat; Snelle beslissingen cruciaal

28 oktober 2021

De Klimaat- en Energieverkenning laat zien hoeveel er gebeurt om Nederland te verduurzamen én hoeveel meer er nog nodig is. “Snelle beslissingen en kortere doorlooptijden zijn cruciaal. Als het 10 tot 15 minuten fietsen is naar het station, dan vertrek je ook niet pas 9 minuten vóór het fluitje,” zegt Olof van der Gaag, directeur Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE).

Race tegen de klok
Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving is er grote onzekerheid of we de doelstelling van het Klimaatakkoord (-49%) halen: werkelijk alles moet meezitten maar zo is de werkelijkheid helaas niet. Bovendien is er nog veel meer reductie nodig vanwege de hogere Europese doelen, waar Nederland zich met succes voor heeft ingezet.
De NVDE is ervan overtuigd dat dat nodig én haalbaar is, maar het is wel een grote uitdaging. Het kan alleen als binnen één tot twee jaar alle grote besluiten zijn genomen en vertaald naar concreet beleid. Bovendien pleit de NVDE met een coalitie van bedrijven en netbeheerders voor een tijdsnorm van twee jaar voor vergunningverlening. Klimaatverandering is een race tegen de klok en dus zijn politieke besluitvorming en vergunningverlening dat ook. Dat bevestigt ook de reactie van de Raad van State.

Nog steeds een veel te groot risico dat de doelen niet gehaald worden
De doorrekening van PBL geeft een ruime bandbreedte aan voor de CO2-reductie in 2030: 38 tot 48 procent. Het doel van het Klimaatakkoord (-49%) is dus buiten bereik. De hogere Europese doelstelling (-55%) is met het huidige beleid nog minder in zicht.

Zelfs in het gunstigste scenario is dus meer inspanning nodig. Wanneer het doel in ‘het midden van de bandbreedte’ ligt, is de kans dat we het niet halen net zo groot als dat we het wel halen. Een slechtere score kunnen we ons niet permitteren gegeven de urgentie van het klimaatprobleem en de noodzaak om onze afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele energie te verminderen. De overstromingen in Limburg, België en Duitsland en de torenhoge gasprijzen laten dat op een pijnlijke manier zien. Daarom pleit de NVDE voor klimaatbeleid waarmee de kans groter is dat we de doelen wel halen dan dat we ze niet halen. De Raad van State adviseert om uit te gaan van de onderkant van de bandbreedte, en dus het zekere voor het onzekere te nemen, in haar advies over de Klimaatnota.
Snel beginnen met extra beleid is dus broodnodig, te meer omdat de doorlooptijden van grote projecten vaak acht jaar of meer beslaan; bijvoorbeeld voor het elektrificeren van de industrie inclusief het realiseren van meer duurzame opwek en voldoende infrastructuur; of voor de aanleg van een warmtenet met duurzame bronnen. Willen we in 2030 op koers liggen, dan zijn nú keuzes nodig. Bovendien zijn veel van de Europese doelstellingen cumulatief: hoe eerder we aanpakken, hoe meer effect het heeft. Het is daarom goed dat het kabinet in de Miljoenennota al extra maatregelen had genomen en het belang van nieuwe erkent in de Klimaatnota.

Industrie en elektriciteitssector lopen relatief voorop
De industrie en de elektriciteitssector maken relatief de meeste kans om de Klimaatdoelen te halen. Het aandeel hernieuwbare elektriciteit stijgt spectaculair: van een kwart in 2020 naar driekwart in 2030. De grote industriële bedrijven komen ook relatief dicht in de buurt van hun doelstelling, dankzij de stok van de CO2-heffing en de wortel van de SDE++ subsidie. Het overgrote deel van de verwachte reductie in de industrie wordt veroorzaakt door CO2-opslag, en in mindere mate door elektrificatie en energiebesparing. De geraamde omschakeling naar duurzame energie in de industrie vraagt wel om spoedige extra inspanning. Het halen van de hogere Europese doelen, vraagt ook voor de elektriciteitssector en de industrie om extra beleid. PBL geeft aan dat er grote onzekerheden zijn: onder meer lange doorlooptijden van projecten, vergunningstrajecten en beschikbaarheid van infrastructuur. Het is dus zaak om deze onzekerheden op korte termijn weg te nemen en vergunningverlening te binden aan een tijdsnorm van twee jaar.

Wonen, rijden en voedsel moeten en kunnen duurzamer
De uitstoot ‘dicht bij huis’, zoals van gebouwen, mobiliteit en landbouw, krimpt onvoldoende. De doelen voor deze zogenaamde ESR-sectoren, liggen volgens de KEV buiten bereik. Laat staan dat de hogere doelen vanuit Fit for 55 in zicht zijn, waarbij Nederland 15 megaton extra in deze sectoren moet reduceren ten opzichte van het oude Europese doel voor 2030. “De technieken zíjn er om wonen, rijden en eten klimaatneutraal te maken. We hebben nu maatregelen nodig die de duurzame oplossing goedkoper maken dan de fossiele, of deze verplicht stellen. Nu stappen zetten, is veel goedkoper dan straks dweilen, letterlijk soms, met de kraan open,” aldus Van der Gaag. Het is van belang dat iedereen in staat wordt gesteld om mee te werken aan de energietransitie, ook burgers en bedrijven met een kleine portemonnee.

Duurzame warmte blijft achter
De overstap naar hernieuwbare warmte verloopt te traag. Het aandeel stijgt van acht procent in 2020 naar 12 procent in 2030, blijkt uit de KEV. Terwijl Fit for 55 mikt op 19 tot 22 procent in 2030. Hier ligt een grote extra opgave. Stevige stimulering via een apart SDE-budget voor warmte; een gelijke belasting op elektriciteit en gas; en het loslaten van taboes (op duurzame biogrondstoffen bijvoorbeeld) zijn nodig. De hoge aardgasprijs toont aan hoe afhankelijk Nederland nog is van het fossiele gas. Versnelling van de overstap naar duurzame oplossingen kan hier twee vliegen in één klap slaan.

Te traag naar zero emissie mobiliteit
De score bij mobiliteit is verbeterd met bijna 3 megaton extra reductie ten opzichte van de KEV2020 maar de transitie naar zero emissie mobiliteit moet nog sneller. Bovendien liggen we niet op koers voor de afspraak in het regeerakkoord om in 2030 alleen nog maar emissievrije nieuwe auto’s te verkopen. De NVDE hoopt daarbij dat de Nederlandse inzet in Europa succes heeft om de norm voor nulemissie vanaf 2030 in te laten gaan (en niet pas in 2035 zoals in fitfor55 staat).
Tot 2030 is verdere reductie nodig, onder andere door te zorgen dat emissieloos rijden structureel voordeliger is, door ‘vlootnormering’ voor werkgevers in te voeren en nulemissie-vrachtauto’s en werktuigen te stimuleren.

Documenten:

Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2021
Brief Raad van State over Klimaatnota 2021
Klimaatnota – Nota van EZK over de voortgang van het klimaatbeleid en de prioriteiten voor het aankomende jaar
Aandachtspunten bij de klimaat- en energiemaatregelen uit de Miljoenennota 2022 – notitie van het PBL bij de Klimaat- en Energieverkenning 2021
Monitor Klimaatbeleid 2021 – Voortgang van het beleid en de afspraken in het Klimaatakkoord op een publieksvriendelijke manier.


Misschien ook interessant