Extra banen dankzij transitie, maar wie gaat er aan de slag?

21 maart 2019

Voor elke baan die in de fossiele industrie verdwijnt, komt er volgens Olof van der Gaag meer werk terug in de groene sector. Technische mensen zijn schaars en daarom is het volgens hem verstandig om na te gaan denken over wie er straks die extra vacatures gaan vervullen.

Stel dat Nederland het op een mooie dag eens is geworden over het klimaatakkoord. Alle rekenmeesters zeggen dat er voldoende maatregelen zijn afgesproken voor 49% CO2-reductie in 2030. Het kost geld, maar de kosten zijn te overzien en passen prima in de begroting. De welvaart blijft groeien, maar op een veel schonere basis. Minstens zes politieke partijen staan achter de afspraken, dus er is een meerderheid in de Tweede Kamer én in de Eerste Kamer. Er is ook politieke overeenstemming over de verdeling van de rekening en het repareren van de gevolgen voor de koopkracht van huishoudens en de concurrentiekracht van bedrijven. Prachtig, aan de slag!

Dat is het grote moment waar we nu naartoe leven. De NVDE is een vereniging van 1.500 bedrijven die graag aan de slag willen en een fors deel van de uitvoering moeten doen. Voor ons is het dus enorm belangrijk om het niet alleen te hebben over de doelen, de kosten en het draagvlak – maar ook over de uitvoering. Want wie moet er dan precies aan de slag? Over hoeveel mensen gaat dat? En zijn die er wel? En zijn er ook mensen die op termijn juist geen werk meer hebben? En wat hebben zij dan voor perspectief?

Daarom hebben wij ECN-TNO gevraagd om dit voor ons uit te zoeken. En de uitkomst is duidelijk: voor elke ‘fossiele’ baan die er verdwijnt, komen er ongeveer zeven ‘klimaatbanen’ terug.

 

 

 

 

 

 

In totaal komt er 42.000 tot 78.000 FTE aan nieuwe werkgelegenheid door het klimaatakkoord. Daar tegenover staat een verlies van 6.000 tot 11.000 FTE in de olie- en kolensector. Per saldo kunnen er dus maar liefst 72.000 voltijdsbanen bijkomen. Dit plaatje laat de onderverdeling naar sectoren zien:

 

 

 

 

 

Het ECN-TNO rapport is gebaseerd op het technisch streefbeeld uit de PBL-analyse van september 2018 van het Voorstel voor Hoofdlijnen van een Klimaatakkoord. Dit streefbeeld is volgens PBL voldoende om de doelen te halen en is daarmee een goede basis om de arbeidsmarkteffecten te berekenen, vond ook ECN-TNO. De discussie in het klimaatakkoord gaat vooral nog over de maatregelen om dat technische streefbeeld te realiseren. Die beleidsmaatregelen veranderen niet per se iets aan de technische consequenties van het akkoord: je kunt nog steeds de zonnepanelen niet op het dak praten en de mineraalwol niet tussen de spouwmuur vergaderen.

Je kunt nog steeds niet de mineraalwol tussen de spouwmuur vergaderen

De beleidsmaatregelen kunnen natuurlijk wel een effect hebben op de arbeidsmarkt. Dit is niet onderzocht, want dat kan pas wanneer al die maatregelen concreet zijn. Bijvoorbeeld de CO2-heffing voor de industrie is dat nog niet. Wij verwachten niet dat die effecten snel in de duizenden banen zullen lopen – en zeker niet in de tienduizenden, zoals deze studie wel laat zien. De beweging van fossiel naar duurzaam zit namelijk al in het technische streefbeeld. Er zijn ook geen studies die tonen dat een verstandige CO2-heffing leidt tot groot verlies aan werkgelegenheid. Bijvoorbeeld in de studie van CE Delft wordt gesproken van een mogelijk verlies van tijdelijk 600 tot 6.000 banen. Het terugsluizen van de opbrengsten van de heffing naar duurzame innovaties in de industrie zit daar nog niet in en zal het effect aanmerkelijk matigen.

Opvallend was nog dat het CPB concludeerde dat het arbeidsmarkteffect op de lange termijn beperkt is. Er was geen nieuwe berekening gedaan en het deed met even denken aan John Keynes ‘But this long run is a misleading guide to current affairs. In the long run we are all dead. Economists set themselves too easy, too useless a task if in tempestuous seasons they can only tell us that when the storm is long past the ocean is flat again.’ Vertaald naar de energietransitie: wanneer die transitie eenmaal is voltooid, zo rond 2050, dan zal het effect inderdaad afvlakken. Maar tijdens deze ‘grote verbouwing’ denk ik echt dat we heel veel mensen extra nodig hebben. En dat merken wij natuurlijk ook al lang in de praktijk.

Lastig om mensen te vinden, dus investeer in invulling klimaatbanen

Veel bedrijven in onze sector hebben nu al grote moeite om voldoende mensen te vinden: energiebedrijven, netbeheerders, projectontwikkelaars, isolatiebedrijven en installateurs van zonnepanelen en warmtepompen. Daarom moeten we investeren in de invulling van die klimaatbanen en daarbij een goede toekomst bieden aan mensen die hun baan in de fossiele sector verliezen. Extra inzet is nodig voor (technische) opleidingen, werving en bij- en omscholing. Doekle Terpstra van Techniek Nederland biedt mensen die hun baan kwijtraken graag een nieuwe start in de groene, duurzame economie; met een overstap naar de technische sector. Dat lijkt mij de juiste manier om de uitvoering van de plannen serieus te nemen, en tegelijk de juiste weg om van zoveel mogelijk ‘verliezers’ weer ‘winnaars’ te maken.

Olof van der Gaag schreef deze blog op energiepodium.nl.


Misschien ook interessant