Wie klimaatopties afwijst, moet met alternatieve dekking komen

26 juni 2020

Op de Noordpoolcirkel was het deze week rond de 40 graden, ondanks de coronacrisis. In dezelfde week moest Nederland in Denemarken groene stroom inkopen, omdat we niet voldoen aan onze Europese plicht om 14% duurzame energie op te wekken. Nederland heeft grote moeite met de doelen voor klimaat en energie. De oorzaak is jarenlang politiek ge-jojo. Terwijl stabiliteit juist cruciaal is voor transitietrajecten. Het duurt in Nederland zo tien jaar om een project te starten: 7,5 jaar praten en papierwerk, 2,5 jaar bouwen. Daarna begint het pas, en moet het project minstens vijftien jaar mee.

We zien de overheid de afspraken uithollen. Steeds meer politici keren zich bijvoorbeeld tegen biomassa (FD, 26 juni 2020). Deze week was het voor Vattenfall genoeg: zij willen opnieuw in overleg over de bouw van hun biomassacentrale in Diemen, omdat ze duidelijke steun missen van de ondertekenaars van het Klimaatakkoord. Ook zijn er voorstellen om te stoppen met windmolens op land en zonnepanelen alleen nog toe te staan op daken.

En deze week noemde de Rekenkamer de stimulans voor elektrische auto’s erg duur. De Rekenkamer rekent in ‘belastingderving per vermeden ton CO2’. De som is wonderlijk, omdat de belastingderving op benzine en diesel wordt gerekend tot de kosten van elektrisch rijden. Bovendien gaat men uit van een CO2-reductie gedurende vijf jaar, terwijl elektrische auto’s tientallen jaren mee kunnen. Omdat stroom in Nederland snel vergroent, tikken die latere jaren nogal aan.

Zigzagkoers

Het Klimaatakkoord leidt tot een investeringsimpuls van bijna €100 mrd. Die hebben we hard nodig. Maar een zigzagkoers heeft altijd drie gevolgen. Ten eerste wordt de transitie duurder. Alternatieven voor biomassa of windmolens hebben een hogere prijs.
Ten tweede wordt het bereiken van de doelen onzeker. De energietransitie is een complex samenspel, waar je niet zomaar bouwsteentjes uithaalt. Dat biomassa warmte levert in de winter, bijvoorbeeld, is op korte termijn moeilijk vervangbaar.
Ten derde neemt de druk op andere oplossingen toe. Wie geen elektrische auto’s wil, zal mobiliteit veel meer moeten reduceren. Wie geen biomassa wil, zal meer windmolens of CO2-opslag krijgen.

Doorschuiven

In de politiek geldt voor begrotingsbeleid: we schuiven de kosten niet door naar de toekomst. En wie extra uitgaven voorstelt, moet ook met een dekking komen. Voor klimaatbeleid zou hetzelfde moeten gelden: we schuiven onze klimaatschuld niet door naar volgende generaties.
En wie een optie afwijst of met extra eisen komt, geeft tevens de dekking aan. Het is tijd voor volwassen klimaatpolitiek.

Het Financieel Dagblad publiceerde op 26 juni 2020 dit opinie-artikel van Olof van der Gaag, directeur NVDE. 


Misschien ook interessant