Diederik Samsom, EU: “Benut Europese rugwind in Nederlandse inhaalrace naar duurzame energie”

10 november 2021

“Glasgow is cruciaal.” Diederik Samsom, kabinetschef van Eurocommissaris Frans Timmermans en één van de drijvende krachten achter het EU-plan Fit for 55, is hoopvol na de eerste week van de COP26. We spraken hem kort voor zijn eigen vertrek naar Glasgow, afgelopen zondag. Ongeduldig en hands on is hij, al sinds hij een kwart eeuw geleden bij Greenpeace werkte. “Houd nog even vol,” is zijn boodschap aan de Nederlandse duurzame energiesector. De Nederlandse inhaalrace is in volle gang: nergens groeit duurzame energie zo hard als bij ons. Fit for 55 biedt stevige rugwind om de klimaatdoelen te halen. Met de CBAM tillen we niet alleen de Europese industrie, maar ook die in de rest van de wereld naar een hoger duurzaamheidsniveau. Fit for 55 is mogelijk doordat de jeugd is opgestaan en ingrijpen eist, vindt Samsom. “En als de jeugd haar zinnen ergens op gezet heeft, krijgt ze meestal haar zin.” Samsom ziet het in bijna elk overleg, dat deelnemers hun eigen kinderen als drijfveer noemen. “De ultieme wens van elke ouder is, dat de crisis is opgelost. Het zou mooi zijn als we dat voor elkaar kregen. Daar zou ik gelukkig van worden.”

Wat vindt u van de eerste paar dagen van de COP in Glasgow?
“De COP is cruciaal. Tot nu toe hoorden we vooral speeches van regeringsleiders. Die onderhandelen niet. Ik had stiekem gehoopt op een aantal verklaringen die het verschil kunnen maken en tot nu toe ben in niet teleurgesteld. India’s belofte om in 2070 klimaatneutraal te zijn, is bijvoorbeeld een goede stap op de ladder naar de 1,5 graad opwarming. En er zijn veel financiële commitments gedaan, onder andere door UK, Spanje en Canada. Dat zijn de twee thermometers om naar te kijken: halen we de 1,5 graad en brengen we de eerder beloofde 100 miljard euro voor ontwikkelingslanden op. Bij beiden zie ik nu meer voortgang dan ik hoopte, maar het is nog niet genoeg. Ja, dat is hoopvol, want meestal ben ik aan de optimistische kant.”

U maakt zelfs tijdens de COP tijd voor een interview! Wat wilt u zeggen tegen de Nederlandse duurzame energiesector?
“Gek genoeg wil ik vooral een compliment uitdelen. Nederland hoort al jaren dat ze achterloopt, en dat is ook zo. Je hoort steeds dat Nederland onderaan het rijtje staat, op Malta na. Maar ik kijk als natuurkundige liever naar de eerste afgeleide van de grafiek, de hellingshoek, die zegt iets over de toekomst. Nederland is het land waar duurzame energie het hardste groeit. Met name in zonne-energie, zelfs in ons koude kikkerlandje. Nederland had een late start, en daar waren we allemaal debet aan, overheid, maatschappij en bedrijven. Nu is de inhaalrace in volle gang. Mijn boodschap is vooral: houd nog even vol.”

U zei terecht dat het voor het klimaatprobleem niet zoveel uitmaakt of Nederland een nieuw kabinet krijgt. Waarin kan Nederland wel een voortrekkersrol pakken?
“Je hebt altijd de neiging om te relativeren als iedereen er een enorme ophef over maakt. Maar Nederland is ook de zeventiende economie van de wereld. Dat moet je niet onder de korenmaat schuiven. Het begint breed door te dringen dat het een bloeiend bedrijfsleven op kan leveren als we snel verduurzamen. We kunnen ook de rest van de wereld helpen. Nederland is goed in water, en dan niet alleen watermanagement, om te zorgen dat we op het juiste moment op de juiste plek water hebben, en niet in de huizen. De kwaliteit van water vormt een belangrijk deel van de toekomstige uitdaging. Ten tweede kan Nederland wat betekenen op zonne-energie, en dan met name in building integrated solar. De gewone zonnepanelen met blauwe platen, daar zijn de Chinezen ons de baas, maar in het integreren van zonne-energie in bouwmaterialen, daar kan Nederland een rol spelen. En ten derde in de offshore technologie. In Denemarken worden de windturbines gemaakt, maar wij zetten ze neer. De volgende stap is floating offshore. Dat heeft nog meer potentie, want het grootste deel van de oceanen is te diep om windturbines op de zeebodem te zetten.”

Wat adviseert u aan de onderhandelaars om in ieder geval op te nemen in een regeerakkoord om de klimaatdoelen te halen?
“Het nieuwe kabinet krijgt een hele bak rugwind uit de EU, mét een extra opdracht erbij, want we moeten naar 55 procent CO2-reductie in 2030. Iedereen die weet hoeveel megatonnen we dan extra moeten reduceren, die wordt het koud om het hart, want het is een grote opgave. Juist die laatste paar procenten zijn natuurlijk lastig, want het laaghangende fruit is dan al geplukt. Maar Europees beleid helpt. De overheid stimuleert Nederlanders nu fiscaal om schone auto’s te kopen. Dat is heel duur beleid. Dat hoeft straks niet meer, want dankzij Europees beleid biedt de catalogus dan alleen nog maar schone auto’s aan. Maar dat is geen reden om achterover te leunen. In de gebouwde omgeving is veel ambitie nodig. Het nieuwe kabinet moet een programma maken om het verduurzamen van gebouwen te versnellen. Het moet echt gaan gebeuren, in de gemeentes zelf. Ook daar komt hulp vanuit Europa. De businesscase voor het verduurzamen van woningen wordt beter door het nieuwe emissiehandelssysteem (nieuwe ETS).
Een andere grote opgave zie ik in de ruimtelijke ordening. Hij krijgen we duurzame energie ingepast in het landschap? Nederland is het volste landje van Europa, met mensen, auto’s, koeien, kippen en meer. Het kabinet zou zich moeten concentreren op een plan voor de ruimtelijke ordening, met meer regie vanuit het Rijk. Nee, het regeerakkoord hoeft niet per se dikker te worden. Als er maar in staat dat we de 55 procent gaan halen. Dan kan het kabinet in het regeerprogramma uitwerken hoe we dat gaan bereiken.”

De Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van vorige week laat zien dat het Nederlandse doel voor 2030 (-49%) buiten bereik is, laat staan de hogere Europese doelstellingen. En nu?
“Dat is niet zo verrassend. De berekeningen lopen een beetje achter het beleid aan, en het beleid loopt ook een beetje achter. Ik word er niet zenuwachtig van. Het klopt dat we het niet halen met het huidige beleid, maar er komt rugwind uit Europa aan. Aan het emissiehandelssysteem (ETS) hoef je als overheid weinig te doen. Dat koerst nu op -48 procent, maar straks op -63 procent in 2030. Dow Terneuzen en Tata moeten een heel ander productieproces gaan toepassen. Maar dat hoeft niet in gang te worden gezet door de Nederlandse overheid, maar door dit Europese systeem, dat alle bedrijven op hetzelfde pad naar klimaatneutraliteit zet. Tot nu toe is het ETS heel effectief.”

Hoe kan het dat het gelukt is om zo’n doortastend Fit for 55 pakket neer te leggen in zo’n korte tijd?
“Daar zijn meerdere redenen voor. Innovatie is een belangrijke. We praten nu over honderden gigawatt duurzame energie. Vroeger was dat ondenkbaar; dat was veel te duur. Nu praat je over big energy, met offshore wind, zon en elektrische auto’s.
Jeugd is de tweede belangrijke factor. Die is opgestaan en eist ingrijpen. En als de jeugd haar zinnen ergens op gezet heeft, krijgt ze meestal haar zin. Greta Thunberg zou een raar Zweeds meisje zijn gebleven als zij niet was gesteund door haar hele generatie. Niks is zo existentieel als je eigen kinderen.”

Bedoelt u letterlijk uw eigen kinderen?
“Ja, die motiveren mij zeer. En ik zie het ook bij anderen. We bouwen nu aan Green Deals. In bijna alle gesprekken gaat het wel een keer over de eigen kinderen van de mensen die aan tafel zitten, en over hoe die met klimaat bezig zijn. Ik schaam me met terugwerkende kracht voor mijn eigen suf gefeeste generatie. Wij moeten ons achter de oren krabben. De 15-jarigen van vandaag staan op een andere manier in het leven. Het grootste probleem van Shell zijn niet de rechtszaken, maar het feit dat ze geen jonge medewerkers meer kunnen vinden. Talent wil daar niet meer werken.”

Waar ziet u hobbels en stroomversnellingen voor Fit for 55 na Glasgow?
“Ik ga er vanuit dat Glasgow een succes wordt. Dat geeft nieuw momentum aan Fit for 55. Als de rest van de wereld afhaakt, dan wordt het lastig om de Europeanen ervan te overtuigen om tot het gaatje te gaan. Het Europese Parlement praat er nu over. Dat is licht progressiever dan het gemiddelde, dat komt vast goed. De Europese Raad is meer geneigd om problemen te maken; dat is ook haar rol. We hebben nog een jaar nodig om Fit for 55 om te zetten in wetten. Eind 2022 moet dat klaar zijn. Sommige richtlijnen kunnen daarna snel in werking treden. We hebben het wel over doelen die in 2030 bereikt moeten zijn, dus het is heel belangrijk dat we vaart maken.”

Het doel voor hernieuwbare energie wordt opgehoogd naar 40 procent in 2030. Wat vindt u van pleidooien om bepaalde vormen uit te sluiten (wind op land; biomassa)?
“Elke energiebron heeft zijn nadelen. Er zijn geen bronnen zonder effecten op het ecosysteem. Daar moet je rekening mee houden. Issues rond het verbeteren van materiaalgebruik en circulariteit mogen we niet negeren. De vragen daarover zijn gerechtvaardigd én oplosbaar. We kunnen het ons niet veroorloven om dan maar één of meer van de duurzame energiebronnen te laten liggen. Bij biomassa is echt duurzaam beheer van bossen en houtvoorraden belangrijk. Het materiaalverbruik van zonnepanelen moet verduurzamen. De volgende generatie panelen komt er al aan: veel dunner en van lichter materiaal. De innovatie kan in ieder geval niet vandaag stoppen. We moeten door ontwikkelen.”

Waarop zou de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) moeten focussen?
“De afgelopen jaren is de NVDE uitgegroeid van een hobbyclub tot een volwassen organisatie. Van hobby- naar lobbyclub. Dat is voortvarend gegaan. Het is nu zaak om die positie waar te maken. Ik verwacht nog veel meer van de NVDE te horen. Het was altijd een wat eenzijdige strijd: meer duurzame energie was altijd goed. Nu dit mainstream aan het worden is, brengt dat ook verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld rond de issues in de vorige vraag.”

Willen we de 2030 doelen halen, dan moeten de vergunningsprocessen in twee jaar kunnen (i.p.v. rond de vijf jaar). Zie dit Pleidooi van NVDE, Eneco en andere bedrijven. In het Duitse concept-regeerakkoord staat precies dat. Wordt Nederland het traagste jongetje van de klas?
“Nee, Nederland is niet het traagste. De zoektocht naar snellere procedures en minder regels, is als zoeken naar wind mee op alle fietspaden. Die procedures zijn er om in een democratie alle mensen recht te doen. Er zijn steeds meer mensen die mee willen beslissen, mondiger en met een hogere opleiding, en terecht. We kunnen het wel beter doen dan nu, door meer te anticiperen bijvoorbeeld. Ik zie bedrijven die dat slimmer aanpakken dan andere. Een bedrijf dat uit het niks in de krant een vergunning voor een groot windpark aanvraagt, is van tien jaar geleden. Dat moeten we nooit meer doen. Andere bedrijven gaan eerst op de koffie bij omwonenden, om het idee te bespreken om bijvoorbeeld met zijn allen een zonnepark te bouwen. Dat gaat sneller. Het is ook aan sector zelf. We moeten een weg door het oerwoud vinden. Want die procedures hebben een naam, democratie, en die willen we behouden.”

De gebouwde omgeving krijgt in Fit for 55 fors hogere CO2-doelstellingen. U bent voorzitter van de Klimaatakkoord-tafel over de gebouwde omgeving geweest. Hoe moeten we dit voor elkaar krijgen?
“Dit gaat over verbouwen, en dat gaat over mensen. De belangrijkste vertraging komt niet doordat het duur is, maar gaat om het vermijden van de afslag naar nergens. Er komt een moment dat mensen denken: wij gaan verbouwen. Dan reken ze het uit, zien dat het kan en willen beginnen. Maar de offerte van de aannemer valt altijd tegen. En dan moeten ze kiezen tussen het akkoord op de offerte, of toch die vakantie. Hoe hoog is die energierekening nou helemaal, denken ze dan. Dit soort afslagen naar nergens nemen we allemaal, bijna dagelijks. Daar moeten we vanaf. Dat gaat moeizaam. We hebben een combinatie nodig van maatregelen. Woningcorporaties maken de afweging anders, rationeler, al zijn het ook net mensen. Daar kunnen we versnellen. En door de businesscase voor huiseigenaren te verbeteren. Als die echt goed is en je houdt er geld aan over, dan lopen Nederlanders sneller. Nu verdien je een verbouwing of apparaat soms in twintig jaar terug, dat motiveert mensen niet. Toen de terugverdientijd van zonnepanelen door de vijf jaar heen ging, toen ging het hard. Daar hoort innovatie bij. Het nieuwe Europese emissiehandelssysteem voor de gebouwde omgeving gaat de business case ook verbeteren.”

Als voorzitter van de Tafel zei u vaak: we hebben nog dertig jaar de tijd. Denkt u dat nog steeds?
“Het was altijd een therapeutische opmerking als iedereen in de zenuwen slaat en in de contramine gaat. Niemand hoeft acuut de cv van de muur te slopen. Maar we komen wel in een situatie waarin dit niet meer lang vol te houden is. Op een gegeven moment moeten mensen met stoom en kokend water gedwongen worden om te verduurzamen. Dan wordt het moeilijker.”

Nederland is een koploper in zero emissie mobiliteit en laadinfrastructuur. Maar we moeten nog sneller opschalen. Hoe moet er nog een schep boven op?
“Daar hoef je nationaal niet veel aan te doen. In rap tempo gaat de emissie van auto’s omlaag. Je hoeft niet diep te gaan om Nederlanders zuinigere auto’s te laten kopen. En het nieuwe ETS voor mobiliteit gaat ook helpen. Wat Nederland moet doen, is de laadinfrastructuur op orde brengen. Dat wordt nog een hele klus, een hoofdpijndossier zelfs waar we nog jaren lol van gaan hebben. Vergelijk het met de parkeernorm in nieuwbouwwijken. Toen die verlaagd werd naar 1,4 parkeerplaats per huis, gingen mensen op de stoep parkeren. Ditzelfde issue, maar dan op steroïden, is het laadpaalissue. Stel er staan nu één of twee laadpalen in een straat. Maar wat als er straks zestien auto’s willen laden? Dat wordt nog een hele uitdaging.”

De Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM, spreek uit see-bem) is een huzarenstukje. Het gaat werken als we tegelijkertijd de uitgifte van gratis CO2-rechten verminderen en een heffing aan de grens invoeren. Hoe gaan we dat voor elkaar krijgen?
“Nu creëren we een level playing field voor de Europese industrie die concurreert met de rest van de wereld, door het niveau te verlagen. Je kunt ook de rest van de wereld op ons niveau tillen. Door bijvoorbeeld bij staal van buiten de EU een heffing op te leggen omdat het niet met dezelfde duurzaamheidseisen is geproduceerd. Dan heb je ook een level playing field, maar op een hoger duurzaamheidsniveau. Zo gaan we het ook doen. Niet met alle producten tegelijk; we beginnen met een paar grote stromen, die makkelijk te identificeren zijn. Uiteindelijk gaat dit werken, niet door overal Cbam-heffingen op te leggen, maar doordat dit stimuleert dat landen ook buiten Europa hun eigen duurzaamheidseisen aanscherpen. Want als je in je thuisland al betaald hebt, hoeft het niet nog een keer. De industrie is er niet al te happig op, maar snapt ook wel dat ze op dat lage plan geen toekomst heeft. Door de CBAM wordt de verduurzaming van de Europese industrie beschermd.”

Wij waren collega’s bij Greenpeace in de jaren negentig. Draag je net als ik nog steeds een deel van de actievoerdersmentaliteit mee?
“Ja. Ik ben nog steeds ongeduldig en hands on. Die twee aspecten wil ik zo lang mogelijk vasthouden. De middelen waarmee ik werk zijn natuurlijk intussen anders.”

Waar zou je echt gelukkig van worden?
“Van veel dingen die hier niks mee te maken hebben. Maar om op dit onderwerp te blijven: stel dat ik ooit bevraagd word door mijn kinderen over wat ik gedaan heb aan de klimaatcrisis, en dat ik ze dan mee op pad kan nemen in een elektrische auto, en kan laten zien dat er veel veranderd is. De ultieme wens van elke ouder is, dat de crisis is opgelost. Het zou mooi zijn als we dat voor elkaar kregen. Daar zou ik gelukkig van worden.”

 


Misschien ook interessant