Netbeheerders en coöperaties helpen mee aan Transitievisies warmte

13 januari 2022

Overstappen van aardgas naar duurzame warmte is een van de grootste opgaven voor de gebouwde omgeving de komende jaren. Elke gemeente heeft de opdracht gekregen om een Transitievisie Warmte eind 2021 klaar te hebben. Het bleek een uitdaging om deze visies zo concreet mogelijk te maken. Wij spraken met Marco Houtschild (Coöperatie Energie Samen Rivierenland) en Monique Hoogwijk (Liander) om te horen hoe energiecoöperaties en netbeheerders al in dit vroege stadium hebben meegewerkt aan de transitievisies warmte, en hoe het verder gaat.

De warmtetransitie is complex doordat er veel onzekerheden en betrokkenen zijn. Zo bestaan er veel technieken en bronnen om duurzaam te verwarmen (bio-energie, warmtepompen, zonnewarmte, bodemenergie, warmtenetten, restwarmte, etc.), die passen bij verschillende situaties. Er moet  gekozen worden voor een collectieve (bijv. per wijk) of een individuele aanpak (bijv. per huis). Kortom, er moet aan veel factoren worden gedacht bij de realisatie, dus hoe maak je de Wijkuitvoeringsplannen, de uitwerkingen per wijk die uit de Transitievisies Warmte volgen, concreet?

Allereerst is samenwerking cruciaal om belangen van zo veel mogelijk stakeholders te behartigen. Daarom is gestimuleerd om de transitievisies in samenwerking met vastgoedeigenaren, woningcorporaties, bewoners, netbeheerders, energiecoöperaties en medeoverheden op te stellen. In de praktijk speelden in de eerste stappen richting de transitievisies warmte vooral de netbeheerders al een rol, en energiecoöperaties zoals Energie Samen Rivierenland. 

Gemeenten die werkten aan de transitievisie warmte nodigden netbeheerders regelmatig uit om inzicht te geven in de netsituatie. Zij kijken dan naar een aantal aandachtspunten om de timing en volgorde te bepalen. Als er bijvoorbeeld een straat binnenkort wordt opengemaakt voor het vervangen van een riolering, kan dit wellicht gecombineerd worden met het aanleggen van warmtevoorzieningen. Daarnaast moeten technische aspecten onderzocht worden. Als er bijvoorbeeld geen hoge temperatuur warmte in de omgeving beschikbaar is, moet het net worden verzwaard of aangepast om de woningen en gebouwen van duurzame warmte te voorzien. De netbeheerder kan in kaart brengen hoeveel ruimte voor transformatorhuisjes er nodig gaan zijn en wat een haalbare doorlooptijd hiervoor is. Maar ook tactische inzichten worden besproken om te kijken waar veel draagvlak ligt; bijvoorbeeld op plekken waar een warmtenet in de buurt ligt van een energiecoöperatie. Uiteindelijk wordt er dan gekeken welke warmteoplossing het beste bij de wijk past.

Woningcorporaties, bewonersvertegenwoordiging en energiecoöperaties kunnen goed inzicht geven in sociale factoren, zoals de belangen van de bewoners. Woningcorporaties zijn een essentiële partner in de warmtetransitie. Zij hebben veel vastgoed in beheer en de gebouweigenaren beslissen uiteindelijk zelf op welke alternatieve warmtevoorziening ze overstappen. De crux is om de warmtetransitie betaalbaar te houden en genoeg draagvlak te creëren. Hierdoor is het belangrijk dat in de Wijkuitvoeringsplannen duidelijk wordt gemaakt wie wat betaalt, wat er gaat gebeuren en wie mee doet.

Verder is het cruciaal dat er genoeg mankracht is voor de realisatie. Warmtebedrijven en installateurs moeten genoeg capaciteit hebben om deze enorme klus te klaren. Dit vereist veel technisch en bouwkundig personeel. Momenteel is daar een sterk tekort aan. Daarnaast maakt de huidige wetgeving het moeilijk om nieuwe warmtebedrijven op te zetten. Een warmtebedrijf is volgens de wet verantwoordelijk voor de hele leveringsketen en dit brengt verantwoordelijkheden en investeringen met zich mee. Deze opknippen en bijvoorbeeld via energiecoöperaties laten verlopen is daardoor nu nog wat lastiger. Ook mag de netbeheerder deze rol niet spelen.

Kortom, voor het concreet maken van de Wijkuitvoeringsplannen blijken samenwerking en genoeg mankracht cruciaal. Input vanuit netbeheerders, bedrijven en energiecoöperaties is daarbij onmisbaar.


Misschien ook interessant