“Nederland moest van ver komen en bungelde onderaan in duurzame energie. Lange tijd sukkelden we door terwijl anderen landen ons voorbijstreefden. In 2013, toen het Energieakkoord een feit was en we afspraken dat in 2023 zestien procent van onze energie duurzaam moet zijn, stond het percentage op vier. Sindsdien is er het nodige veranderd”, zegt Van der Gaag.

Op koers

Nederland ligt volgens hem op koers om de doelen van het akkoord te halen. De exploitatie van oplossingen zoals windparken op zee vergt enige tijd, maar het kan volgens hem hard gaan met duurzame energie als de realisatie een feit is. “Windpark Borssele is in staat om een miljoen huishoudens van stroom te voorzien.
Dat het Energieakkoord werkt komt ook voor een groot deel door een onafhankelijk controlemechanisme. Jaarlijks rapporteert onder meer het Planbureau voor de Leefomgeving of aan de doelen wordt voldaan.
Soms wijkt de situatie een procent af en zorgt de Borgingscommissie voor een pakket aan maatregelen om dat gat te dichten. Samenwerking tussen partijen is niet altijd eenvoudig, maar het poldermodel is nog steeds springlevend in het Energieakkoord.”

Twee graden

Toch is de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), een van de vijf kernpartners in het Energieakkoord, niet onverdeeld gelukkig. Nederland moet meer doen met het oog op het klimaatakkoord.
Dat schrijft voor dat de temperatuurstijging maximaal mag oplopen tot twee graden. “Willen we de temperatuurstijging beperken tot twee graden dan moet onze energievoorziening in 2050 volledig duurzaam zijn.
In Parijs is afgesproken well below two degrees. Bijvoorbeeld Greenpeace gaat uit van een maximum van bijvoorbeeld anderhalve graad en zegt dat we daarom nog maar tot 2035 hebben om onze zaakjes op orde te krijgen. Dan is er nog achttien jaar over om de overige vierennegentig procent duurzame energie te behalen. Dat vereist extra actie.”

Nieuw akkoord

Van der Gaag pleit voor een nieuw Energieakkoord bovenop het huidige. Gedeeltelijk met een hogere lat, deels met een blik verder vooruit. “Door nieuwe afspraken laat de overheid zien waar zij heen wil, waardoor bedrijven weten waar ze aan toe zijn en kunnen investeren in duurzame energie. Er ontstaat schaalvergroting. Dat hebben we ook gezien in windparken op zee die inmiddels in kosten zijn gehalveerd.”

“Doelstellingen moeten harder worden vastgelegd”

Wat Van der Gaag betreft moeten in een nieuw akkoord vijf punten zeker worden meegenomen. “Doelstellingen, bijvoorbeeld met betrekking CO2-uitstoot, moeten harder worden vastgelegd. Bij voorkeur in een klimaatwet.
Daarnaast moeten we met meer voorspelbare procedures komen en met vergunningen voor bedrijven, zodat zij de transitie kunnen versnellen. Ten derde zie ik grote voordelen in het belasten van fossiele brandstoffen en een belastingherziening.
Verder hebben we dwingende normen nodig zoals een vereist energielabel voor huizen binnen een bepaalde tijd. Ten slotte moet duurzame energie waar nodig worden gesubsidieerd.”

Honderd procent duurzaam

Inmiddels zijn er verkennende gesprekken voor een nieuw Energieakkoord. Het wachten is op een regeerakkoord, zegt Van der Gaag. Ook in het nieuwe akkoord is de NVDE weer kernpartner.
De vereniging vertegenwoordigt bedrijven die een rol spelen in de energietransitie en hiervan een succes willen maken, waaronder isolatiebedrijven, energieleveranciers en adviseurs. Samen streven ze naar honderd procent duurzame energie in 2050. “Als vereniging zijn we de schakel tussen bedrijfsleven en beleid.”

Nederland in 2030

De inspanningen voor duurzame energie zijn volgens Van der Gaag ook het buitenland opgevallen. Al vindt hij dat ons imago over de grens langere tijd duurzamer was dan hoe ons land daadwerkelijk presteerde. “Nu stroken die twee meer met elkaar.

“Vanuit de hele wereld is er interesse voor onze windparken op zee”

Vanuit de hele wereld is er interesse voor onze windparken op zee en ook het polderkarakter met het controlerende mechanisme wordt zeer interessant gevonden. Wel zijn we van oudsher natuurlijk een aardgasland en kan op dat vlak nog een hoop worden verbeterd.”
Wordt de energietransitie succesvol volbracht dan ziet de wereld er een stukje anders uit in 2030. “Dan is veertig procent van onze energie duurzaam en zijn zonnepanelen de norm. Een groot deel van de mensen wekt zijn eigen stroom en warmte op. Er is veel minder energieverbruik, onder meer doordat huizen veel beter zijn geïsoleerd.”

 

22 juni 2017 is de bijlage “Energietransitie” door het Elsevier gedistribueerd. ( ,