Erik Ronnes, CDA: innovatie gaat nieuwe mogelijkheden bieden voor duurzaam wonen

13 juni 2019

De energietransitie is een grote kans om het leefklimaat van oudere woningen te verbeteren, vindt Erik Ronnes, CDA-Kamerlid. Hij wil dat bewoners op natuurlijke momenten stappen richting aardgasvrij wonen gaan zetten. “We moeten elkaar niet gek maken dat de overstap morgen geregeld moet zijn.” Ronnes benadrukt dat de regering getekend heeft om de klimaatdoelen voor 2050 te halen en dat innovatieve technieken daar een hoofdrol in spelen. De NVDE kan helpen door pionierende bedrijven te koppelen aan bestaande bedrijven, vindt hij. Ronnes is woordvoerder wonen en financiële markten.

Hoe zal de energietransitie de manier waarop we wonen beïnvloeden?
“De benadering van wonen zal niet anders worden: we willen voor iedereen een betaalbare, comfortabele woning. Maar de technieken worden anders en daarin zitten oplossingen. We hebben al grote stappen gemaakt. Duurzaamheid is een belangrijk punt en betaalbaarheid ook. Er zal een gewenningsperiode nodig zijn. Ik hoop dat innovatie nog veel nieuwe mogelijkheden zal geven, bijvoorbeeld met waterstof. Ik denk aan oplossingen voor productie  en opslag van energie, ook voor kleinere eenheden. Ook optimalisatie van hybride systemen is nodig.”

Wat vindt u van het Ontwerp-Klimaatakkoord over de gebouwde omgeving?
“Het is nog een vrij ongestructureerd geheel. De fasering ontbreekt en de onderbouwingen rammelen nog. Een uitgangspunt is bijvoorbeeld dat 1,5 miljoen woningen van het gas af zullen gaan in 2030. Maar het PBL zegt dat dat niet haalbaar is. Een flink deel van die woningen zullen hybride systemen krijgen. Ik hoop dat de definitieve versie die aan de Tweede Kamer wordt aangeboden, realistischer zal zijn. We moeten elkaar niet gek maken dat de overstap naar aardgasvrij morgen geregeld moet zijn. We kunnen op natuurlijke momenten stappen de goede richting op zetten.”

Het PBL schetst in haar doorrekening dat de tafel gebouwde omgeving weinig kans heeft om de klimaatdoelen te halen. Hoe belangrijk vindt u het dat de doelen gehaald worden?
“Het halen van het doel is de inzet. Het geeft de richting aan waar je naartoe wilt. Maar je komt daar niet door alleen met de vuist op tafel te slaan. We moeten ook maatregelen en mogelijkheden organiseren voor burgers van Nederland om de transitie waar te maken. Op het moment dat iemand het niet kan betalen of de techniek werkt niet, dan houdt het op. Dit moet  op een realistische manier, met een realistisch tijdpad. De piketpaaltjes zijn duidelijk. We hebben getekend voor deze doelen voor 2050. Nu al speculeren of het 2048 of 2052 wordt, is volgens mij niet de bedoeling. Je hoeft nu nog niet alle technische oplossingen te weten.”

Wat zijn voordelen van de energietransitie voor bewoners? Hoe krijgen we mensen mee?
“De energietransitie is met name een grote kans om het leefklimaat in woning te verbeteren. Er zijn nog veel oude woningen, waar dit enorm veel beter kan. Voor veel woningen zijn er ook kansen om de energiekosten te verlagen, door verduurzaming. Die koppelkans is mooi; dan wordt het een en-en verhaal. Het onderwerp is heel actueel, maar het ontbreekt aan fundering en fasering. We moeten het beeld nog scherper krijgen. Mensen hoeven niet ’s nachts wakker te liggen, omdat er morgen iets zou moeten veranderen.”

U stelde Kamervragen over de proeftuinen aardgasvrije wijken. Wat moet er aan verbeteren?
“Ze heten proeftuinen, dus het hoeft ook niet honderd procent goed gaan. We moeten ervan leren. De proeftuinen zouden moeten uitgaan van het behalen van CO2-doelen. Als we die doelen kunnen halen met aardgasvrij is dat mooi. Maar misschien kunnen we soms met minder geld meer resultaat halen op de kortere termijn als je naar tussenoplossingen kijkt, zoals hybride warmtepompen. In de wat verder gelegen toekomst gaan die wijken dan helemaal van het aardgas af. Daarin moeten we de balans zoeken. De fases waarin we dingen doen, moeten helder zijn. We hoeven niet meteen naar de ultieme oplossing.”

U benadrukt dat we stap voor stap moeten veranderen. Halen we dan wel op tijd de klimaatdoelen?
“Het helpt niet om op papier harde zaken af te spreken, als in de praktijk de balans zoek is. Ik ben benieuwd naar het Klimaatakkoord. Ik wil stappen op de korte termijn en tegelijk verder vooruitkijken naar vervolgstappen om de CO2-doelen te halen. We moeten de komende jaren zorgen dat mensen er klaar voor zijn op het moment dat hun wijk van het gas af gaat.”

Wat betekent woonlastenneutraal precies? Kan dat?
“De lasten voor verduurzaming zullen worden gecompenseerd door de lagere energielasten. Welke maatregelen precies genomen moeten worden in verschillende woningen, zal nog een fikse uitdaging zijn. Mogelijk gaan we aanlopen tegen de grens van wat kan. Dat kun je niet tot op de cent uitrekenen. Het klimaatbeleid mag geen excessen veroorzaken. Ik hoop dat het Klimaatakkoord er al richtingen voor gaat geven. Of er subsidie gegeven moet worden als bepaalde woningen niet woonlastenneutraal verduurzaamd kunnen worden? Overheidsgeld is geld van ons allemaal. Uiteindelijk zal de maatschappij het betalen. Maar het moet wel op een evenwichtige manier en zonder in één keer teveel hooi op de vork te nemen.”

Woningcorporaties krijgen in de zogenaamde startmotor een voortrekkersrol. Hoe ziet u dat gaan werken?
“Woningcorporaties zijn eigenaar van ruim 2,5 miljoen woningen, dus zij kunnen grote stappen zetten. Ik kom regelmatig over de vloer bij woningcorporaties. Een randvoorwaarden voor hen om het volume te kunnen opschroeven is onder andere dat er voldoende financiële draagkracht is. Ik heb een motie ingediend om de maatschappelijke opgave én de financiële situatie van woningcorporaties in kaart te brengen. Er moet ook voldoende personeel beschikbaar zijn. Het is een flinke klus. Ik ken veel corporaties die hun woningen echt verduurzamen, niet allemaal naar gasvrij maar wel al met een drastische vermindering van CO2-uitstoot. En bij corporatie Mooiland was ik enige tijd terug. Zij verduurzamen met een goede planning hun woningbezit.

Wat vindt u van gebouwgebonden financiering?
“Ik mag ook woordvoerder financiële markten zijn, dus ik houd me bezig met toezicht op de financiële sector. Het is van belang dat kredieten zorgvuldig verleend worden. Het risico bestaat dat de verwachte opbrengst door een lagere energierekening niet gehaald wordt. Dat moet op een goede manier worden afgedekt. Er lopen al een aantal pilots met gebouwgebonden financiering via de baatbelasting, zoals in Dalfsen en in Bergen. De stap naar aardgasvrij brengt waarschijnlijk te hoge kosten met zich mee. Die passen niet binnen zo’n product. Het is spannend. Ik ben geen tegenstander van gebouwgebonden financiering maar het moet wel verantwoord kunnen. We moeten kijken hoe het werkt in de praktijk. Gebouwgebonden financiering gaat niet vanzelf vliegen. Er moeten werkbare financiële producten worden ontwikkeld, met daarbij het bijbehorende toezicht”

Wat vindt u van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE)?
“Ik ken de NVDE als de bundeling van ondernemers die zich bezighouden met verduurzaming. Het is goed dat die krachten gebundeld zijn. Kennisuitwisseling tussen bedrijven over hoe we Nederland verder kunnen helpen naar een duurzame energievoorziening is waardevol. Daar moet de NVDE vooral mee doorgaan. Ik zit ruim vier jaar in de Kamer. Ik zie dat de energietransitie nu veel aandacht krijgt. Er zijn veel bedrijven die aan het pionieren zijn. De NVDE kan hen helpen, bijvoorbeeld door hen te koppelen aan andere ondernemers die al langer actief zijn. Hiermee kunnen we innovatie versnellen.”

Wat zijn volgens u de belangrijkste aandachtspunten in de ruimtelijke ordening op het gebied van duurzame energie?
“Dat is een mooie vraag. De eigen energieopwekking heeft ruimtelijke impact, bijvoorbeeld door de zonnevelden. Ik heb enkele weken terug met de ChristenUnie en de VVD een motie ingediend om te zorgen dat er een zorgvuldige afweging komt over zonnevelden. We willen wel mogelijkheden scheppen om energieopbrengst te creëren. Er is lokale afwegingsruimte nodig voor initiatieven. De Omgevingswet helpt daarbij. We moeten landelijk terughoudend zijn over wat lokaal gebeurt en in hoeverre het de leefomgeving aantast. De lokale overheid staat hiervoor aan de lat.”

Hoe kunnen we het MKB helpen verduurzamen?
“Het is belangrijk dat er bewustwording is en uitwisseling van praktische oplossingen. Ondernemers zijn slim genoeg om zelf toekomstgericht beleid te voeren. De overheid moet hen niet pamperen. Maar als er randvoorwaarden of regels nodig zijn, moeten we niet schromen. De ISDE-regeling kan bij de oplossingen horen. Het is vooral belangrijk dat MKB-bedrijven weten wat er kan, wat de effecten zijn en wat het toevoegt aan hun bedrijfsvoering. Net als bij burgers is een goede informatieverstrekking vanuit de overheid belangrijk. Ik kom veel bij bedrijven op bezoek en zie dat ze kijken hoe ze hun CO2-footprint optimaal naar beneden kunnen krijgen. Velen hebben nieuwe duurzame panden, letten op afval, vervoer en op welke plek ze gaan zitten. Dat doen ze ook vanuit een economische kijk: het bespaart toekomstige kosten.”

Hoe staat het met de verduurzaming van uw eigen huis en/of auto?
“Ik woon in een label-A-woning, dus ik heb een goede uitgangspositie. Er komt een keer een moment dat de cv-ketel vervangen moet worden. Dan wordt het zeker een afweging wat ervoor in de plaats komt. Ik rijd nog in een Opel Zafira diesel. Ik ga met een caravan op vakantie. Als je een elektrische auto wil die die kan trekken, dan kom je niet in een betaalbare categorie terecht. Het zou ook niet goed zijn als alle caravanbezitters morgen in het vliegtuig stappen. Dus hopelijk komen er op termijn meer betaalbare auto’s die trekvermogen hebben.  Maar ik ga voor het Tweede Kamerwerk ook veel met de trein hoor.”

U profileert zich als Brabander. Waarin is Brabant goed in het kader van de energietransitie?
“Ik ben heel benieuwd wat er in het nieuwe provinciale coalitieakkoord staat over energie. Brabant is heel divers, met zowel stedelijk gebied als platteland. Brabant is goed in gezond verstand; ze zeggen wel boerenverstand. En in het benutten van kansen en zelf de handen uit de mouwen steken. Dat maakt de provincie toekomstbestendig, ook in de transitie naar duurzame energie.”


Misschien ook interessant