Dilan Yeşilgöz, VVD: “De ondernemende kracht voor de energietransitie zit in het DNA van dit land.”

22 februari 2018

Sinds november 2017 is Dilan Yeşilgöz woordvoerder energie en klimaat van de VVD in de Tweede Kamer. Ze is onder de indruk van de dynamiek in de sector. “Als VVD-er zeg ik: dit is een te belangrijk onderwerp om aan links over te laten. Wij willen een goed leven, ook voor komende generaties.” Ze ziet een “onwijs belangrijke rol” voor de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). “De politiek moet niet voorschrijven hoe het moet, maar ik hoor wel dolgraag via de NVDE hoe de sector de energietransitie wil aanpakken.”

Hoe bevalt het om woordvoerder energie en klimaat te zijn?
“Het is heel erg gaaf, om het maar op z’n VVD’s te zeggen. Ik had niet helemaal zien aankomen wat er nu op mij afkomt. Klimaat en energie is een grote portefeuille met een enorme dynamiek. Iedereen in deze sector is hard bezig met de toekomst en met wat we daar nu al aan kunnen doen. Zoveel mensen willen hun ambities en ideeën met mij delen. Het bruist. Daar werd ik meteen ingezogen. Ik heb elke dag het idee dat wat we vandaag doen, over een jaar alweer heel anders zal zijn. De ontwikkelingen gaan heel snel en het is mooi om daaraan te mogen bijdragen.”

Hoe kunnen we de overgang naar duurzame energie vorm geven?
“We gaan met elkaar een enorme energietransitie voor elkaar krijgen. De overheid en de politiek moeten daarbij de bedrijven niet in de weg zitten. Ik heb meteen toen ik woordvoerder werd de begrotingsbehandeling gedaan. Toen werd mij al duidelijk dat de enige manier waarop we deze megatransitie voor elkaar kunnen krijgen is, om het op zijn Hollands te doen: kansen zien, erin duiken en innovatie stimuleren, met de ambitie om wereldleider te worden. Ruimte bieden om onze kennis en producten te gaan exporteren. De overheid moet dat vooral faciliteren en ondernemers de ruimte geven. Ik zeg regelmatig tegen ondernemers dat we veel vragen ten behoeve van de energietransitie. Maar ik hoor het ook graag van hen als ze tegen wetgeving aanlopen die drempels opwerpt. De ondernemende kracht die nodig is voor de energietransitie zit in het DNA van dit land.”

Hoe krijgen we burgers mee?
“De gemiddelde Nederlander wil, net als ik, zijn leven comfortabel houden en zo min mogelijk last hebben van de energietransitie. En het zal ook betekenen dat iedereen er aan mee gaat betalen. . Dat geeft een spanningsveld. We moeten de kosten voor huishoudens goed in de gaten houden en ervoor zorgen dat die energierekening op den duur natuurlijk naar beneden gaat.
Aan de andere kant snappen mensen wel dat er maatregelen nodig zijn voor het klimaat en om minder afhankelijk te zijn van staten die olie of gas leveren. Maar ze willen vandaag al zien wat ze hebben aan energiemaatregelen. Die balans is niet makkelijk, maar wel heel belangrijk.

Welke rol ziet u voor Europees beleid?
“We kunnen veel zelf doen als klein landje, maar uiteindelijk gaan we in Europees verband de klappers maken. Daarom stelt het kabinet hoge doelen voor de CO2-reductie in Nederland, en nog hogere voor de EU. Maar dan moeten we wel andere landen meekrijgen, liefst allemaal of anders een groep koplopers. Nederland moet niet in haar eentje het beste meisje van de klas willen zijn. Dan jagen we bedrijven het land uit en helpen we onze eigen internationale concurrentiepositie om zeep. Bovendien zijn we te klein om echt veel effect te realiseren in het kader van de klimaatverandering.”

Hoe ziet u uw rol?
“Ik zie het als mijn persoonlijke opdracht om aan de Nederlander laten zien dat je inzetten voor duurzaamheid en voor het goed achterlaten van de planeet voor de volgende generatie, niet betekent dat je met geitenwollensokken in een donker, koud huis hoeft te zitten. De transitie biedt veel kansen voor iedereen en voor economische groei. Als VVD-er zeg ik: dit is een te belangrijk onderwerp om aan links over te laten. Wij willen een goed leven, ook voor komende generaties. Daarom moeten we slimme oplossingen de ruimte geven.”

In hoeverre zijn subsidies daarbij nodig?
“Je geeft met subsidies een kickstart aan slimme oplossingen die anders niet van de grond zouden komen. Maar je moet er niet vanuit gaan dat het zonder subsidie niet door kan gaan. Windparken op zee kunnen nu bijvoorbeeld zonder subsidie.
We moeten ook eerlijk zijn: niet elk plan dat nu een boost krijgt, zal grootschalig worden. We proberen dingen uit. Er zitten briljante oplossingen tussen, maar ook dingen waar we mee gaan stoppen. Wij weten niet hoe we er over tien of twintig jaar bij zitten. Overheidssubsidie is belangrijk om de dynamiek vanuit het bedrijfsleven te stimuleren. Maar ondernemers willen ook zelf investeren. Het is al lang niet meer zo dat de overheid er subsidie in moet pompen, omdat het anders niet zou lukken.”

Wat kan de overheid doen?
De overheid moet zorgen voor het waarborgen van een lange termijn perspectief. Dit is niet iets voor de komende drie jaar, dan zijn er verkiezingen en daarna is er mogelijk een andere koers. Dat kan je niet vragen van mensen. We vragen van bedrijven dat ze lange termijn-investeringen doen en een ander beleid gaan voeren. Dan moet je met elkaar consensus hebben dat je werkt naar doelen voor 2030 of 2050. Ik vind het lastig dat er de afgelopen jaren vanuit linkse partijen, in het kader van het Energieakkoord, halverwege de rit moties zijn ingediend om andere richtingen toe te voegen, zaken te verbieden en ga zo maar door. Dat moet je niet willen als je net daarvoor met elkaar hebt afgesproken dat je een bepaalde richting op gaat.
Voor bedrijven die aan tafel gaan zitten voor het nieuwe Klimaat- en Energieakkoord is het belangrijk om te weten dat ze dáár de juiste afspraken kunnen maken. Dit geldt ook voor NGO’s. Ik denk dat we ook niet meer per sector aparte, afgebakende afspraken zouden moeten willen vastleggen, want alles heeft met alles te maken. Meer dan ooit is het van belang om te kijken wat je rol is binnen de keten en hoe je daar het beste kunt bijdragen aan de verduurzaming.”

Hoe kijkt u tegen het nieuwe Klimaat- en Energieakkoord aan?
“Ik ben er erg benieuwd naar. Veel partijen willen er aan tafel zitten. De minister wil in gesprek met mensen met mandaat, die er namens een sector of bedrijf kunnen spreken. Je moet er afspraken kunnen maken. Daar omheen zullen we ook met een Klimaatwet komen, waarin de lange termijn-doelen verankerd zijn. Dat staat ook in het regeerakkoord. Dan weten de deelnemers aan het maatschappelijke Klimaat- en Energieakkoord dat de doelen in de wet vastliggen en dat de overheid hier achter staat.
Ik vind het belangrijk dat wij ons als politieke partijen niet bemoeien met het Klimaat- en Energieakkoord. We moeten niet steeds via moties input meegeven. Je moet vertrouwen hebben in Nederland. Met name GroenLinks en de Partij voor de Dieren willen alvast aangeven wat eruit moet komen. Maar wij bepalen dat niet.”

Hoe wilt u de doelen voor CO2-reductie uit het regeerakkoord halen?
“Een groot deel van de reductie zal gedragen worden door de grote industrie. Ik heb veel bedrijven op bezoek gehad. Ik vind het heel ouderwets om ze onder te verdelen in groene en grijze industrie, alsof de grijze niet mee wil doen. Ik ervaar het tegenovergestelde, iedereen wil meedoen. Als bedrijven hun processen verduurzamen, heeft dat een groot effect op de CO2-uitstoot. We moeten al die clubs serieus nemen en luisteren wat ze nodig hebben. Het gaat niet over het uitdelen van zakken met geld. Wel om het bevorderen van kansen, waardoor we onze economische positie kunnen versterken. De transitie gaat veel geld kosten maar ons land ook veel opleveren.”

Hoe wilt u de gebouwde omgeving verduurzamen?
“Woningcorporaties mogen harder gaan lopen. Sommigen hebben veel geld; daar wil ik meer beweging zien. Corporaties met minder geld zouden meer kunnen samenwerken. Er is nu momentum: huurders vragen om duurzaamheid, omdat ze een lagere energierekening willen of een duurzamer huis. Het is helder waar we naartoe willen. Niemand kan zich meer verschuilen. Veel Nederlanders mailen mij omdat ze duurzaamheid belangrijk vinden. Sommigen zijn bereid hun leven aan te passen, door hun huis aan te passen, minder vlees te eten of minder te vliegen. Anderen niet. Dat moet een vrije keus zijn. Dat gaan wij niet als overheid invullen wat mij betreft.
De minister heeft gezegd dat hij hier met de corporaties goed naar gaat kijken. Het is een complexe portefeuille: als je aan één knop draait, raak je andere. De minister verwacht rond de zomer met een  pakket maatregelen te kunnen komen. Inclusief opties voor mensen die sneller van het gas af willen. Iedereen moet hierin verantwoordelijkheid nemen, ook de corporaties. Wat mij betreft gaat het dan over hoe, niet of.”

En de nieuwbouw?
“Vorige maand is mede op initiatief van de VVD  een motie aangenomen om nieuwbouwwoningen niet meer op het gasnet aan te sluiten. Het is toch bizar dat we huiseigenaren laten betalen voor een voorziening waar we eigenlijk met z’n allen van af willen en moeten. Dus voor nieuwbouw doen we het nu vanaf het begin goed.
Het is een enorme uitdaging om alle woningen in Nederland duurzaam te krijgen. Het is mooi dat mensen die zelf actie willen ondernemen dat kunnen doen tegen zo laag mogelijke kosten en op een makkelijke manier. Zo heb ik twee maanden geleden voorgesteld om het mogelijk te maken om de gasaansluiting voor langere tijd te verzegelen. Dat kost minder dan permanent afsluiten.”

Wat vindt u van de NVDE?
“Het is heel goed dat de NVDE er is. Ik heb Olof van der Gaag een paar keer gesproken. Ik vind het geweldig dat de NVDE zo gebundeld als koepel opereert. Ik zie enorm veel ambitie bij ondernemingen om met dit thema aan de slag te zijn. Het is goed om hun signalen te bundelen en te horen tegen welke wetgeving of regels zij aanlopen. Vanuit de VVD ga ik niet vertellen hoe je het moet doen, maar ik wil wel dolgraag via de NVDE horen hoe de sector de energietransitie wil aanpakken en hoe we daar elkaar kunnen helpen. Daar ligt een onwijs belangrijke rol voor de NVDE. Niet alle duizend bedrijven in de achterban van de NVDE kunnen aan tafel zitten bij het Klimaat- en Energieakkoord.
Door haar duidelijke ambities, kan de NVDE ook haar eigen leden ondersteunen. Want het klinkt allemaal leuk, maar ga het maar doen. Als het makkelijk was om significant bij te dragen aan CO2-reductie, dan was het al gedaan. Binnen zo’n vereniging als de NVDE kunnen mensen die er verstand van hebben, elkaar vinden.”

Hoe vinden we genoeg werknemers om de transitie uit te voeren?
“Het effect van de energietransitie op de werkgelegenheid is één van de belangrijkste thema’s. Ik werk er samen met mijn collega’s voor werkgelegenheid en arbeidsmarkt aan. Ik was afgelopen maandag op werkbezoek bij een MBO in Beverwijk. Daar leiden ze studenten heel gericht op voor de banen die nu beschikbaar zijn en voor de banen van de toekomst. Bedrijven geven daarbij aan waarvoor ze mensen nodig hebben, en ze geven studenten stageplekken, zodat ze het vak meteen in de praktijk leren. Daarbij wordt ook vooruitgekeken, want de wereld zal er over vijf jaar anders uitzien.
In Beverwijk zijn programma’s die jongeren opleiden voor specifieke banen, zoals bijvoorbeeld onderhoud aan windmolens. Ik realiseerde me toen pas dat je fysiek topfit moet zijn om dat te kunnen doen. Je mag bijvoorbeeld geen claustrofobie of hoogtevrees hebben als je met een collega op zee aan windmolens werkt. En daarnaast natuurlijk nog alle technische expertise. Er is veel meer voor nodig dan je op het eerste gezicht denkt.
Ik wil graag aan de NVDE-achterban meegeven dat we met elkaar goed moeten kijken hoe de duizenden mensen die vandaag in de energiesector werken, ook over jaren aan de slag zijn. Zij willen vanzelfsprekend zeker zijn van hun baan. We willen niet dat er straks werklozen in de ene sector zijn en krapte op de arbeidsmarkt in de andere. We moeten door innovatie en opleidingen, voor jongeren en voor bestaande werknemers die willen omscholen, zorgen dat er genoeg werknemers zijn om de energietransitie uit te voeren.”


Misschien ook interessant